“Wie in Congo is geboren uit Belgische ouders is een creool”, zegt Jan. “Oh, ik dacht dat het in Suriname geboren kinderen van slaven waren”, antwoord ik.
We hebben allebei gelijk, maar hier is de Belgische creool aan de orde. Jan is Belg én creool, want hij werd in 1958 in Congo geboren als zoon van Belgische ouders. Lang heeft hij er niet gewoond. De onafhankelijkheid op 30 juni 1960 ontaardt in chaos. “Enkele dagen later komen Congolese soldaten in opstand. Verhalen van moord en verkrachting jagen tienduizenden blanken het land uit.”, zo lees ik op de Knack website*. Ook de ouders van Jan en hun kinderen vluchten voor het geweld.
In oktober bezoekt Jan de tentoonstelling ‘100 x Congo’ in het MAS. Op de 2e etage nodigt Tine hem uit mee te doen met United Objects. Dat wil hij zeker, maar eerst wil hij de tentoonstelling bekijken. Als Jan is uitgekeken, hebben we het openbare atelier al opgeruimd en zijn vertrokken. Via de website weet hij ons later te vinden in bibliotheek Permeke, een teken van heel serieuze motivatie!
“Héél graag neem ik een Kruithofvoorwerp mee om te betekenen,” zegt hij tegen me. “Kruithof was in mijn studententijd een gezaghebbend man met controversiële, maar invloedrijke ideeën.”
Het tekenen op de kandelaar heeft voor Jan veel betekenis gekregen: “Bij het betekenen van de kandelaar met het kaarsje van Kruithof heb ik me gebaseerd op een ritueel beschilderd boombast-schortje van de Mbuti-pygmeeën uit de Ituri in Kongo. (Kongo met een K is de spelling die destijds gebruikt werd.) Het is een vrije interpretatie geworden, in functie van het object. Ik kocht dat schortje ooit op een rommelmarkt in Antwerpen.”
Dan gaat hij verder over de geschiedenis. “De idee is: de pygmeeën worden algemeen beschouwd als de oudste, meest oorspronkelijke bewoners van Kongo, vermoedelijk tot 20.000 jaar geleden. Na hen kwamen de Bantoe-volkeren Kongo binnen. De twee culturen leerden in harmonie met elkaar leven. Vanaf de zestiende eeuw vestigden Portugezen zich aan de westkust en openden Arabieren vanuit het oosten handels- en slavenroutes. Op het einde van de negentiende eeuw arriveerden de Belgen, die het land in bezit namen, eerst als privédomein van koning Leopold II, de beruchte Kongo-Vrijstaat, en vanaf 1908 tot 1960 als kolonie. Slechts op het einde van de jaren 1950 namen de Belgen de eerste initiatieven om Kongolezen en Belgen op gelijke voet te behandelen en in harmonie met elkaar te leren leven. Het was te weinig en te laat.
Ik vond het interessant om de vooruitstrevende ideeën van Kruithof over Noord-Zuid-verhoudingen, ethiek, beschaving en respect te koppelen aan zoiets symbolisch als een kandelaar en de zeer delicate, pijnlijke en complexe verhoudingen tussen Kongo en België.
Als nieuwe locatie lijkt de kade aan het Steen me een erg geschikte plek. Hier scheepten tot in de jaren 1950 duizenden Belgen in, op weg naar Kongo. Ook mijn moeder.
Sinds enkele jaren word ik me meer en meer bewust creool te zijn en van de impact die de vlucht uit Kinshasa in 1960 op ons gezin heeft gehad. De actuele debatten over dekolonisering raken me in mijn identiteit. Ik voel me beklemd tussen mijn verleden en meningen van actievoerders die de geschiedenis enkel uit boeken kennen.“
* Bron: website Knack, op 25-11-2020 geraadpleegd.

