Galerij

Tattoeages en runen

Vandaag zit ik weer midden in Kringwinkel Merksem. Muziek uit onzichtbare luidsprekers brengt een ontspannen opgewekte sfeer. Dat is belangrijk in de drukke week voor kerst. De afgelopen weken tekenden ongeveer zeventig klanten mee vierkanten op het Ikea tafeltje. Het is een onderdeel van ‘United Objects’, een kunstproject dat ik op verschillende locaties in Antwerpen uitvoer.

Een kleine dame bekijkt met veel belangstelling hoe ik met twee bezoekers aan het tekenen ben. Dat komt niet zo heel veel voor; de meeste Antwerpenaren bewaren eerst afstand. Ik neem een slok koffie.  “Mmmh,” zegt ze, als ik verteld heb waarom ik hier ben en wat ik doe, “dit gaat mijn man leuk vinden. Ronnie is nog ergens anders in de straat aan het winkelen. Hij zal zo ook hier komen.” 

Vanaf dan begroet ik elke man die binnenkomt met: “Goedemiddag Ronnie!”

Een man met een baardsik in een zwart motorjack moet glimlachen om mijn begroeting. “Ronnie is een vrouwennaam,” zegt hij gedecideerd. “Wat bent u aan het doen?” Een baardsik is breder en langer dan een sik, maar smaller dan een baard. Er hoort geen snor bij. Vanuit het midden van zijn kin groeit de dikke pluk witte haren tot aan zijn borst. “Wilt u met mij vierkanten tekenen op deze tafel?” vraag ik, “Ik werk aan een kunstproject met de Jaap Kruithof Collectie.” De man maakt geen enkele aanstalten om de stift aan te nemen, die ik hem aanreik. “Jaap Kruithof. Wie mag dat dan wel zijn?” Terwijl hij spreekt tel ik minstens vier gouden tanden. Ik zie tatoeages op zijn gezicht, handen en vingers en als hij opzij kijkt, in zijn nek. Onder zijn oog is een tatoeage van een symbool. Het doet me denken aan oude tijden maar ik kan het niet thuisbrengen. “Jaap Kruithof was een bekende filosofieprofessor in België, vul ik aan.“

“Een filosoof. Kunst. Dat zijn grote woorden,” zegt hij, “onlangs was ik bij een lezing van een andere filosoof in Gent. Halverwege zijn lezing vroeg hij of er iemand een vraag had. Maar niemand had een vraag. Ik wel, ik heb altijd vragen. Wat is de mens? Volgens Nietzsche is de mens een brug tussen het Beest en de Übermensch.” Dit is het begin van een hartstochtelijk betoog dat ik niet helemaal kan volgen, ik raak afgeleid. Terwijl hij spreekt observeer ik hem. Zijn ogen zijn net zo lichtblauw als de mijne, hij kijkt helder en ontspannen. Hij heeft spierwit haar aan de zijkanten van zijn hoofd en een vakantiebruine huidskleur. Ik hoor dat zijn Vlaamse woorden, gemengd zijn met Duitse klanken. 

Ik ken heel zachtaardige mensen die van hoofd tot teen getatoeëerd zijn. Maar het grote hakenkruis op de rug van zijn hand, het doodshoofd op de andere, de oude tekens in zijn nek en het symbool onder zijn oog associeer ik met Nazi’s. Hij ziet er grofweg uit als het stereotype lid van een criminele motorbende. “De Übermensch leeft sociaal, zorgt voor anderen,” gaat hij verder, “Nietzsche was een misantroop.” 

Rond zijn ogen bewegen kleine rimpels, zijn huid is minder glad is dan het op eerste zicht lijkt. Ook op zijn handen en in zijn hals is een fijn rimpelnetwerk te zien. Deze man is ouder dan vijfenzestig, eerder zeventig. Voor een bendelid is zijn oogopslag te zachtaardig, ik zie met gemak voor me dat hij zijn kleinzoon knuffelt. 

“Onder mijn oog en in mijn hals, dat zijn runentekens. Die zijn heel belangrijk voor me. DNA analyse heeft aangetoond dat ik afstam van volken in de Balkan, Scandinavië en Duistland. Ik ben geboren in Oost Duitsland, maar voel me verbonden met het oude Germaanse volk. Ik leef alleen. Ik leid een teruggetrokken leven, ik spreek niet met veel mensen. Er zijn teveel mensen. Iedereen leeft op 20 vierkante meter. Zo’n twee, drie keer per jaar spreek ik eens met iemand, zoals nu met u. Als u veel van zulke gesprekken voert op een dag, zult u ’s avonds wel een zwaar hoofd hebben?” vraagt hij.

Daarmee is hij de eerste Antwerpenaar die zegt dat hij zich realiseert wat het effect van mijn werkwijze voor mijzelf is. Het opvallende uiterlijk van deze man is provocerend in zijn gewelddadige uiterlijk. Of hij zich ook gewelddadig gedraagt, weet ik niet. Van Hannah Arendt heb ik geleerd dat ‘het Kwaad’ er juist heel alledaags uit ziet.  

Meer informatie over runen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Runen